zondag 16 november 2008

Gard Vanmechelen







Enkele recente werken uit het verleden van Gard

In memoriam Gard Vanmechelen


Mijn bijdrage voor November was net op Blog gezet toen ik het bericht ontving van het overlijden van Gard Vanmechelen. Het was in het voorjaar 2008 toen ik hem voor het laatst heb gesproken, hij was net 93 jaar geworden, maar nog even vitaal en slagvaardig in zijn beoordeling over de teloorgang van ons Cultureel erfgoed als vroeger.
Mijn oudleeraar en voorbeeld,die me de geheimen van de glacis-techniek had bijgebracht met een strenge discipline voor normen en waarden met betrekking tot het leven en de kunst. Het woord "compromis" kwam in zijn rijke woordenschat niet voor.
Hij formuleerde zijn kunst met volgende woorden: "Ik moet kunnen vertellen,het verhaal van de mens,emoties op doek zetten." Opvallend is wel dat de tederheid, subtiliteit, en de drang naar absolute schoonheid en zuiverheid de basis vormden van zijn werk,
een zeldzaamheid in deze bewogen tijden. Dit MAGISCH REALISME is een ode aan de liefde.
Het hedendaags materialisme en egoïsme was voor hem een bestendige bron van ergernis, hij werd ziek van het doorlopend geconfronteerd worden met de geestelijke armoede en waanzin van hen die beweren de kunst te dienen door zich als lijken vretende wormen te wentelen in drek en rottende smurrie.
Hoe juist typeerde zijn vriend, prof. P. Nijs dit verschijnsel met de woorden: "Hoe arm zijn vele moderne mensen geworden,die de gave van de duurzame verwondering niet meer kennen".
Terecht zei R.Turkry over het werk van Gard dat het als een "halleluja hooglied" uitzingt dat elke realiteit magisch is. Hij noemde zijn werk picturale poëzie, doorzeeft van licht.
Voor Gard betekende kunst: een veredeling van het beste dat de mens kan bereiken.
Gard, bedankt voor al het moois dat je ons geschonken hebt, je levenswijsheid, je open oog voor kleine dingen, je warmte, je bezorgdheid. Ik heb het geluk gehad drie jaar je leerling te hebben geweest, elke les was een verrijking, zowel op technisch als humaan gebied. Ook nadien bleef je mijn steun en toeverlaat, dankzij jou ben ik ik nu wat ik ben. Ik ben je eeuwig dankbaar en vergeet je nooit.

zaterdag 8 november 2008

Zonder commentaar !


Hedendaagse progressieve Kunst ! ! !

We wonen geïsoleerd te midden van een uitzonderlijk landschap,dagelijks genietend van al het moois dat de natuur te bieden heeft.
Dat wil niet zeggen dat we niet op de hoogte blijven van de hoogstandjes van Kunst en Kultuurleven in Vlaanderen en de ons omringende landen.
Dank zij het gesofistikeerde beeldkastje werden we onlangs geinformeerd over de laatste grootse tentoonstelling die in het kleine landje aan de zee werd georganiseerd. Met grote ogen mochten we het laatste gewrocht van Fabre bewonderen,we waren tot tranen toe bewogen, en bedachten dat de minister van Kultuur zeker fier mocht zijn op deze uitzonderlijk begaafde progressieve Kunstenaar.
Een uitspraak over M.Broodthaers is zeker ook van toepassing op Fabre,nl: doordacht en poëtisch oeuvre,dat
één pleidooi is voor de vrijheid en onafhankelijkheid van de Kunst,een afrekenen met het burgerdom en de conventionele Kunstbeschouwing,enz...
Waar gaat het over? Wel ditmaal waren het geen kunstig opgehangen verse hespen,waar na enige tijd kunstige wormpjes uitkropen vergezeld van een eveneens kunstig, hartig parfum... maar wel hangende condooms (recuperatie?)gevuld met doorgeschoten,verotte aardappelen en ajuinen,rijpend in eigen nat,die het plafond van de expozaal sierde! Wel werd er een klein probleempje vastgesteld, het bleek dat de condooms,misschien versleten door hergebruik , niet helemaal water-of slijmdicht waren,zodat het onderhoudspersoneel,hoofd en lichaam goed verpakt en met reukmasker (zo stel ik het me tenminste voor)het zootje met regelmaat moesten opkuisen.
Als we terug kijken naar de geschiedenis van de Kultuur,merken we dat er regelmatig wordt teruggegrepen naar het verleden,zoals:neo Klassiek, neo Gothiek enz...Mischien heeft Fabre zich willen verplaatsen naar de aller eerste voorhistorie waar de reuk van rottigheid en fecaliëen,begeleid door horde vliegen, behoordde tot het dagelijks leven. Ik betwijfel echter dat hij konsekwent deze "Kunstvorm" boven zijn eettafel zal hangen, zijn gegrilde zalm met venkelsaus aldus extra kruidend. Ik vraag me af, wie waren de echte Primitieven ? Van Eyck en tijdgenoten of monsieur Fabre en zijn soortgenoten. Lieve mensen,waar zijn we mee bezig?
Arme Kunstminnende dames en ook heren, bezoekers van uitsluitend progressieve "Kunstateliers",kakmachienen en dure mosselpotten, open toch jullie ogen en kijk naar het "Narren-schip" of "De bespotting van Christus" van Jeroen Bosch en zie de maskers van de meelopers !
Arme Kultuur ! !

zaterdag 1 november 2008

Weerzien

De maand November is voor mij telkens weer het hernieuwen van een jaarcyclus,28 November 1933,3/4 eeuw zijn voorbij gevlogen,waarvan een halve eeuw samen met Wilfried,mijn" wederhelft",mijn collega, mijn beste kameraad. Samen hebben wij deze tijd beleeft als in een stroomversnelling,mekaar steunend met het rotsvaste geloof in elkaars kunnen. Het heeft voor mij vooral als kunstenaar veel betekend, en, hopelijk is het einde nog lang niet in zicht.
Ter gelegenheid van mijn tentoonstellingen in Vlaanderen had ik het geluk vele oud collega's en vrienden terug te mogen ontmoeten, om al pratend kennis te kunnen maken met hun verleden, ook met hun hoogte en laagte, alles behalve saai.
Zoals de vroegere studiegenoot uit de academietijd,en inmiddels erkend hoogstaand kunstenaar die in het kasteel van Schoten, na het uitwisselen van bijna vergeten belevenissen en anekdoten (ook hij heeft harde noten gekraakt) uiteindelijk de zaal verliet, met aan de ene arm zijn sympathieke vrouw en onder de andere arm een pas verworven schilderij. Het contact is na 50 jaar hernieuwd en zal zeker in stand blijven .
Of zoals de medestudent uit het hoger instituut die een oproep organiseerde onder de oud studiegenoten. Met als resultaat: een reünie van een tiental bekenden met hun respectievelijke wederhelften, die zo de opening van de expo-Lier kwamen opluisteren. Het maakte het geheel tot iets speciaals om nooit meer te vergeten.
Ontelbaar zijn de momenten dat een gezicht opdook, glimlachend, afwachtend, om soms makkelijk soms moeilijk te ontdekken wie er achter die glimlach school. Altijd was het weer verheugend dat deze vrienden de moeite hadden gedaan om, ondanks gezondheid of afstand, me op te zoeken om met werk kennis te maken. Het was hartverwarmend.